De Monte waarop wij wonen bestaat voornamelijk uit zachte leisteen. Het slijpsel (erosie) daarvan noemen we grond, wat het feitelijk ook is. Deze leisteengrond bevat alle mineralen die een groenteplant maar wensen kan. Echter, het bevat maar weinig organische stof. Er groeien alleen grassen, kruiden en een enkele boom op deze grond. We hebben meer actieve organische stof nodig om de aanwezige mineralen te ontsluiten voor te teelt van groenteplanten. Daarom voegen we compost toe. Het duurt echter wel één of twee teelten voordat deze twee volslagen 'vreemdelingen' (leisteengrond en compost) zich tot elkaar willen verhouden en aan elkaar gewend zijn geraakt.
Grond, compost en nog wat steentjes in een nieuw groentebed. Na enkele teelten zijn de grond en de compost aan elkaar gewend geraakt en profiteren van elkaars nabijheid. |
Inmiddels behalen we goede resultaten met groene en rode kolen in een oud groentebed:
Aanvankelijk hadden we goede hoop, om in de dunne toplaag groentes te kunnen verbouwen. We hebben hiermee meer compost 'verspild' dan we wilden... De grond bevat te veel losse stenen, die je altijd weer tegenkomt (wat het telen van wortels moeilijk maakt en het zetten van bonenstokken bijna onmogelijk) en de compost verdwijnt naar plekken waar je het niet nodig hebt. Om een controleerbare en diepere teeltlaag te hebben bedachten we de bouw van verhoogde groentebedden. Inmiddels bleek de zuidhelling naast ons huis daartoe de beste plek.
Onze nieuwe tuin op de zuidhelling. |
De leisteen lagen onder de toplaag zijn weg te hakken. Dat doe je gewoonlijk niet als daar geen reden voor is. Maar als je een verhoogd groentebed wilt bouwen, dan doe je dat wel. Al zou het alleen al zijn, omdat je een min of meer horizontale ruimte moet maken om een muur te kunnen metselen:
Bladgroenten in potten.
Bladgroenten telen we het liefst in potten in een mengsel 75% compost en 25% (leisteen)grond. We zaaien en snijden kleine hoeveelheden groenten in een zo groot mogelijke variatie van soorten:
In de 'buitenkas'. |
In de 'binnenkas'. |
Acelga, een niet bittere groenlof, die zelfs een beetje zoutig smaakt. Te eten als spinazie. |
Couve Lisa. |
Bij de Lisa doe ik het zelfde. Daar snijd ik ook de nerf uit het blad. Het is een verbazend smakelijke en zachte koolsoort, lekker gestoofd in een voorgebakken uitje.
In de tuin.
De rode kool in de tonnetjes vindt het daar niet fijn. Ze staat veel liever in het verhoogde groentebed, waar ze de ruimte heeft. Dus dat is weer een leer voor de volgende keer. Dit doen we dus niet weer.
De groene kolen doen het daarentegen heel goed in een tonnetje. Elke plant heeft zo zijn eigenaardige wensen... :
*
Stella.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten