.

.

dinsdag 21 maart 2023

Frodo heeft een droom.

Frodo komt wakker, en kijkt om zich heen, maar niets is meer hetzelfde, Gandalf niet, Bilbo niet en ook zijn tochtgenoten, niet. Het lijkt alsof Rivendel een andere koers is gaan varen, meer een landelijke koers, maar dan is het woord ''Koers'' niet goed meer, het zou ''Tocht'' moeten zijn. Tocht, over landelijke omstandigheden, maar die ''Tocht'' was allang voorbij, die hadden ze zich achtergelaten, toen de zwarte ruiters ten onder waren gegaan in de rivier. Frodo begint aan zichzelf te twijfelen, maar pakt zich toch bij elkaar, en zoekt naar een oplossing. Rivendel was de plaats waar je veilig was, onder alle omstandigheden, maar op de heuvel is het net andersom, het is meer een vlakte geworden, met velden die aan het oogsten toe zijn, overal groeit graan, staan gewassen, en is men aan het oogsten, net zoals het vroeger op de plaatjes stond, die de leraar, liet zien bij geschiedenis. Hij voelde naar zijn ring, maar die hing nog aan de ketting, op zijn borst. Zou hij dan toch in een ander verhaal terecht zijn gekomen? Hij voelde nog eens aan zijn arm en schouder, maar dat was nog steeds een zere plek, waar de wond gezeten had, van de Morgul dolk. Hij herinnert zich nog de plek, waar hij onderuit was gegaan, maar niet hoe hij op de berg was gekomen, en de berg is nu verandert in een landschap, met granen en gewassen. Frodo neemt het maar, zoals het komt, en begint zich om te schakelen, naar een heel ander soort wereld. De wereld van landbouwgewassen, van werk doen met elkaar, plezier maken onder het werk, en het gewas binnen te halen, met op je knieën liggen, en elkaar helpen, om het werk lichter te maken. Hij wordt geroepen, dat hij ook moet mee doen, ondanks zijn plek, die nog wel zeer doet, maar lang niet zo zeer, dat hij niet kan werken. Het werk geeft hem plezier, meer dan de gesprekken die alsmaar gaan over het doel van de ring, om hem terug te brengen naar Mordor, ondanks het feit dat dat ook een spannende tocht is, waar je veel van kan leren, en spanning meer dan ondervindt. Hij is bezig met het oogsten van knollen met citroenen, eerst de knollen, dan de citroenen. De knollen komen uit de grond, netjes op een rij gesorteerd, en de citroenen hangen aan bomen, en die citroenen moeten in manden. De manden staan ook op een rij, en de knollen zijn tussen de bomen gepland, en staan ook op een rij. Daar waar de citroen bomen staan, is steeds een plek van tien meter over geslagen, om schaduw te geven aan de knollen, wanneer het te heet wordt, zodat ze elkaar helpen in de hitte, die in de middag plaatsvindt. Frodo beleeft veel plezier in het naar boven halen van de knollen, hij pakt het volle blad beet, gooit de knollen dan overdwars, zodat het blad kan drogen in de zon, die wellustig schijnt, en zo kan dienen om op weg te gaan, na afgehakt te zijn, door een kapmes, (geeft toch een ander gevoel, als hakken met zwaarden) naar zijn eindbestemming, het drogen tot blad, of bedekking. Toch hoort hij de stem van Gandalf, door zijn beleving van het land heen. Hij staat met zijn been nog in de landdroom, maar hoord ook de stem van Gandalf. Maar Gandalf wint het, en hij verteld hoe Frodo naar boven gebracht is, door Elrond's vrienden, dat hij op het punt stond te vervagen, met die splinter in zijn rug en arm, en dat Elrond hem heeft verzorgt, zodat de splinter niet zijn werk kon doen. En nu ga je weer slapen, zei Gandalf, want je krijgt nog een moeilijke vergadering, waar iedereen aanwezig is, ook mensen die je helemaal nog niet ontmoet hebt. Hendrik.

maandag 19 december 2022

De geest van de tijd.

Het idee ontstond toen ik langs de schapen liep, en hun wollige vacht zag, die ze nu echt nodig hebben. De dagen beginnen nu echt korter te worden, de sap stromen nemen af in de bomen, de natuur neemt het korter worden van de dagen ongelooflijk serieus, het heeft geen keus, want als je geen sapstroom hebt, die de dingen brengen waar ze nodig zijn, dan begint het behoorlijk terug te lopen. Goed, de dagen worden korter, de nachten langer, de kampvuren hoger, en er kondigt zich een stilte aan, die leidt naar devotie, die weer opgevolgd wordt tot bezinning en zelfinkeer, om te overdenken wat je eigenlijke waarde is voor de gemeenschap waar je toevallig in verkeerd, dan wordt dát ook serieus meegenomen in je overdenkingen, en zo staat de tijd een moment stil. Net zo stil als de boom of struik nodig heeft om het korten der dagen, te verwerken. Het licht, wat met het lengen der dagen terug komt, van een sobere uitstraling, geeft aanleiding tot het genieten van die langere tijd, die het licht met ons mag delen. De zon, het middelpunt van alles wat leeft op deze aarde, geeft ons kracht om het voorjaar binnen te halen, ook al is het nog niet zo ver. Maar het korten der dagen geeft ons ook uitzicht op het lengen der dagen, en in het middelpunt van dat hele gebeuren, geeft ons dat heerlijke gevoel, dat er toch echt iets gebeurd. Ook wij voelen dat in ons, ook wij zijn bijzonder gericht op dat gebeuren, ook omdat het licht iets bij ons teweeg brengt, wat ons dat dynamisch gevoel geeft, dat de dagen niet alleen lengen in de tijd, maar ook een nieuwe tijd aanreikt, waarin we dingen beter kunnen doen, dan het afgelopen jaar. En dat betere ligt in het verlengde van onze daden, van onze gevoelens, en ons instaat stelt het betere in ons naar boven te halen. En zo ziet u het juist, dat betere komt door het licht, wat voor gebracht wordt door de zon. De aarde draait rondom zijn eigen as, en daardoor worden de dagen korter, en in de zomer langer, en zo ontstaat er, door het draaien van die aarde, de groei en de koude, en dát geeft aan, dat het hele heelal met ons in evenwicht is. En niet het heelal is in evenwicht met ons, maar ook de daden die we plegen, hebben een voorgeschiedenis, maar ook een na-geschiedenis. Alles wat we ééns gedaan hebben, hetzij goed, hetzij niet zo goed, wordt ons gepresenteerd alsof het gisteren was, alsof de tijd niet stilgestaan heeft. Het overdenken van onze daden, geeft ons inkeer om ze alsnog te verwerken, en een keuze te maken, om iemand alsnog ter wille te zijn, en het goed met haar of hem te maken. En zo werkt het korter worden van de dagen ook mee, om ons leven beter in te richten, en socialer om te gaan met de mensen die ons omringen. Dus het één heeft wel degelijk te maken met het ander. Wij worden ook rustiger, verlangen naar contemplatie, naar inkeer, naar de rust, die de natuur in deze tijd ons schenkt. Het verwerken van ons innerlijk, geeft ons de rust die nodig is, om het geheel te overzien, en de keuzes te maken, om de krachten die loskomen uit het geheel wat ons omringt, de zon, de planeten, het verleden, de herhaling van het ritme uit het verleden, de klankkleur, het grijs van het heden, dat alles leidt ons naar devotie en inkeer, om met ons zelf tot inkeer te komen. En dat alles, omdat het te maken heeft met het jaargetijde waarin we nu leven, werken en samenwerken met de machten die ons omringen. De machten van de natuur. . Hendrik. Hestel Tellus.

zaterdag 3 december 2022

Honger.

Er is iets gaande in de wereld, waar ik eerder de vinger niet kon opleggen. N.l. dat de numerieke meerderheid de macht voor verandering in zich draagt. Dit kwam naar boven, door het feit, dat ik een vraag stelde, en het antwoord al klaar had, toen ik schreef aan een vriendin over biologische voeding. Volgens mij moet je daar altijd naar streven, maar omdat niet iedereen daar het geld, en de wil toe heeft, (sommige hebben daar niet eens de gedachte over), je zal maar afhankelijk zijn van een plantage, waar de droogte toeslaat, en mensen in de rij moeten staan voor wat voedsel. Ik denk in voedsel verbouwen, omdat ik die kennis heb opgedaan in een eerder leven, en ik ga ervan uit dat iedereen dat denkt, zou moeten denken, of althans, daar mee bezig zou moeten zijn. Maar mensen zijn met van alles bezig, van, hoe krijg ik mijn kinderen aan het eten, tot, hoe krijg ik ze op school, zonder het geld? Maar het belangrijkste van al deze gedachten is het feit, dat iedereen met zijn/haar gedachten bezig is, en de wil richt, op overleven. Daar gaat elke wil naar toe, op dat overleven. En op de tweede plaats komt dan het hoe, en op de derde, hoe dan, en waarom. Opgesloten, en overtuigt van mijn gelijk, leef ik op mijn boerderijtje, probeer met mijn compost idee de wereld te veroveren, sta daar ook helemaal achter, maar de mensheid heeft daar geen boodschap aan, daar telt alleen mee, hoe krijg ik te eten, en niet op wat voor manier, via bio, kunstmest of anderszins. Mét of zonder bespuiting, maar meer, hoe stil mijn honger. Onderwijl praten wij over het feit of compost een meerwaarde geeft aan de grond, is het wel of geen bemesting, en op wat voor manier draagt het bij aan het bodemleven, of wat voor vraagstelling dan ook. Voor de gemiddelde mens gaat het om honger stillen, en niet om de luxe of de gestelde waarheden doen opgaan, of compost wel of niet bemesting is. Het is géén bemesting, het is organische stof die minimaal 5 % van de grond moet bevatten, wil je nog kunnen telen, (ook niet onbelangrijk, als je honger hebt), maar het is een afgeleide van het werkelijke bestaan op aarde, als het om honger gaat. Die numerieke waarde is wel belangrijk, als het aankomt op een terug naar de natuur. En dan niet Off Grid leven, dat zie ik nu als een spelvorm, een soort kennismaking met het echte natuurlijk leven, want dan zou je terug moeten naar 'dat de Batavieren de rijn afgetrokken' waren, die deden dat ook om levens ruimte. En zo waren we allemaal in beweging in die tijd. En nu zijn we bezig met; of compost wel of niet bemestende waarde heeft, niet dus. Het is organische stof, een energiewaarde voor bacterie leven, en alleen om mineralen los te maken voor de plant. Maar omdat mensen van nu honger lijden, probeert men dat met kunstmest op te lossen, en dat lukt niet, want een volle buik, geeft geen garantie dat er ook echte voeding in zit. Vol is niet voedzaam. Al het andere telt niet, als je honger hebt, dus of de compost, organische stof is, of bemestende waarde heeft, of mineralen losmaakt uit de bodem (ze moeten dan wél aanwezig zijn), of iets toevoegt aan de bodem, telt niet als je honger hebt. Het enige wat telt is het overwicht op beslissingen, welke kant we opgaan. Beleid beslissingen die naar de natuurkant gaan, staan haaks op beslissingen die mensen minder honger willen gaan leiden, maar wil je uit deze spiraal vandaan komen, moet je beslissingen nemen, alleen verkoop dat maar eens aan de mensen die honger leiden. Hoe een gesprek kan leiden naar iets anders! Hendrik. Hestel Tellus.

vrijdag 8 juli 2022

Marx 4.

Marx 4 Marx schrijft:''Het kapitaal ontstaat slechts daar, waar de bezitter van productie en bestaansmiddelen de vrije arbeider op de markt aantreft als verkoper van zijn arbeidskracht; deze ene historische voorwaarde omvat een wereldgeschiedenis.''En; '' Het kapitalistische tijdperk wordt dus gekenmerkt door het feit, dat de arbeidskracht voor de arbeider zélf de vorm krijgt van een hem toebehorende waar, zijn arbeid dus de vorm krijgt van loonarbeid. Bovendien wordt dan pas de warenvorm van de arbeid producten algemeen''. ( Het Kapitaal, Nederlandse vertaling, pg.110). Nu de arbeider is bevestigd in zijn positie en hem mondigheid en zelfstandigheid wordt toebedacht, kan men ervan uitgaan dat hij dit verworven recht ten eeuwigen dage in praktijk zal moeten brengen en uitbouwen. Maar nu hij zijn waar, de arbeid, verliest wordt zijn status en daarmee zijn persoonlijkheid ondergraven. Hij heeft zijn positie op een schijnwelvaart gebouwd. Ook toen de arbeider nog een goed bestaan had en redelijk betaald werd, en daarmee zijn consumptie driften vrijelijk kon uitbouwen (in de jaren 50 er en 60 er jaren) had hij zelf nog grip op de kapitalistische productieprocessen. De vakbonden hebben hiervoor geen moeite gedaan. Zij hebben hun eigen positie niet op het spel willen zetten. Zij hebben zichzelf niet overbodig willen maken.'Arbeiders-zelfbeheer'- ten dienste van het algemeen belang- is altijd een utopie gebleven. De vakbeweging heeft haar strijd gericht op het verbeteren van de schijn consumptie en nooit de consequenties daarvan overzien, laat staan reëel bediscussieerd. Zij heeft uiteindelijk meegeholpen het eigen leefmilieu te ondergraven. De technologie wordt ten nadele van de arbeiders gebruikt, tot zijn vijand gemaakt. Zij wordt toegepast omwille van de vermeende, verbeterde grip die de producent op het productieproces zou hebben. Deze vorm van technologie kan echter alleen (renderend) worden toegepast, wanneer grondstoffen, die hiervoor nodig zijn, relatief goedkoop zijn. We willen de waarde van de technologie op zichzelf niet onderschatten, alleen omdat ze verkeerd wordt toegepast. Met name de ontwikkeling van de fijne technologie zou van grote betekenis kunnen zijn, wanneer men zich hiermee zou richten op positieve menselijkheid, kleinschaligheid en overzichtelijkheid. De arbeiders lijken op het kapitalistische productieproces geen grip te hebben. De macht van het proletariaat wordt onderuit gehaald. Toch menen we dat er een té overmatige waarde wordt toegekend aan de macht van de producent. Het doemdenken komt, wat dat aangaat, op een juist moment. De producent is echter afhankelijk van de consument. En daar ligt de macht van de arbeider, als consument. Hij kan het product niet kopen, gericht kopen. Hij kan ook niet werken en gericht werken. Hij zou zelf over kunnen gaan tot het zogenaamde prosument schap. Producent en consument in één persoon verenigd. De verpersoonlijking van zelfstandigheid en collectivisme, direct betrokken bij de basis van het bestaan. Hopelijk kunnen we het opbrengen dit niet alleen tot een utopie te maken, maar tot een reële opening naar een nieuwe mens en milieuvriendelijke ontwikkeling van het maatschappij. Toch is uiteindelijk niet de noodzaak voor de aandacht voor ons voortbestaan het belangrijkste, maar het onvervreemdbaar recht om zelf de keuze, voor wel of niet voortbestaan, in de hand te hebben. Het in de wereld zijn krijgt zijn menselijke waarde, door de uiteindelijke keuze en het effect daarvan, door wat de mens doet. Men moet zelf kunnen beslissen of men wel of niet tot het einde toe feest blijft vieren, dit, terwijl er duidelijk is omgeroepen dat de 'Titanic' zinkt, een nucleaire kernbom kan vallen, en of, in beide gevallen het de prijs wel waard is. Voorgelezen door Stella van Rijn, op een vergadering van de CPN, en in samenwerking met Hendrik van Rijn, d.d. 1977. Hendrik.

Marx 3.

Marx 3. Het kapitalistische model bij uitstek 'de vrije markt' uit zich in consumptie-explosie. De vraag en het aanbod raken hierdoor ontwricht, nu de markt verzadigd raakt, en nu successievelijk de grondstoffen hiervoor wegvallen en het milieu wordt verstoord. Verstoring van de vrije markt veroorzaakt een schijn crisis; een crisis van schijnbehoeften. Die crisis geeft een versluierend beeld van de werkelijke situatie, namelijk die van het wegvallen van grondstoffen en de vernietiging van de vruchtbaarheid van de bodem. Die zullen de werkelijk crisis vormen; de crisis van de primaire behoeften van de wereldbevolking. De kapitalistische producent blijft echter, ongeacht de gevolgen voor het eigen voortbestaan, zoeken naar andere toepasbare grondstoffen met het doel dit productieproces te willen beheersen en te willen profiteren van de macht, die dat hem verschaft. Kernenergie, bijvoorbeeld, is voor hem de energievorm bij uitstek; alleen al om de wijze waarop de productie hiervan maatschappelijk is geregeld. De maatschappelijke productie, ''welke in overeenstemming moet zijn met de volledige menselijke ontplooiing'' zal de basis moeten zijn van de nieuwe productiewijze. De strijd hiervoor, geboren uit de noodzaak van individuen, krijgt nu vorm in de praktijk van o.a. de Memo-beweging en terug naar de natuur off grid beweging. Arbeid. Waar Marx spreekt over de vernietiging van 'het bolwerk van de oude maatschappij, de boer' en van de oorspronkelijke gezinsband, is zijn voorspelling maar gedeeltelijk uitgekomen. De landbouw is nog steeds voor een belangrijk deel op het bolwerk gebaseerd. Wel is het zo dat de behoefte aan sociale veranderingen en de tegenstellingen op het platteland in overeenstemming zijn gebracht met die van de stad, onder invloed van de arbeidersbeweging. Ook kan de afschaffing van een sterke hiërarchie binnen het landbouwbedrijf, als een positief gevolg van de industriële revolutie worden gezien; het is de afbrokkeling van het patriarchaat en, wat wij, de toenemende feminisering zouden noemen. Maar Marx heeft het niet over de boerin. En zij blijft ook nu nog in ondergeschikte positie van huishoudster-met-een-extra-taak, en zij heeft niet de status van loonarbeiders, laat staan die van boeren, verworven. Marx spreekt zich wel uit over de kwaliteit van de arbeid, en onderdrukking in de arbeid. Volgens ons dient arbeid niet alleen tot inkomen te leiden, maar ze dient op zich inkomen te zijn. De sfeer waarin arbeid plaatsvindt, het doel van de arbeid, het product van de arbeid, en haar werking en neven werking dienen inkomen te zijn. Zowel maatschappelijk als individueel. Hierop zou de arbeidssituatie aangepast moeten zijn. In het begin van de opkomst van de arbeidersbeweging kenmerkte de strijd zich door het gevecht voor verbetering van de arbeidsomstandigheden, allereerst in de (groot)industrie. Na behaalde resultaten werden verworven positie van de arbeiders gestabiliseerd en werd de strijd voor een groot deel verlegd naar loonsverbetering. Aan de gevolgen van de 'kombinatie van arbeidsprocessen' voor de arbeider heeft men niet willen sleutelen...Deze gevolgen worden pas nu belicht, nu de rentabiliteit van de arbeid terugloopt door loonsverhogingen en door ziekteverzuim en dergelijk. Hendrik.