.

.

donderdag 23 juni 2016

De oogst en de actieve organische stof.

De oogst van dit seizoen heeft me volledig overdonderd. Dit had ik echt niet verwacht. En dat direct nadat we de grond helemaal overhoop hadden gehaald, door het te zeven, de stenen er uit halen, het te mengen met compost en het in ons nieuwe, (tweede) verhoogde groentebed te doen.
Eerst dachten we maar voorzichtig te beginnen met het zaaien van boontjes. Omdat boontjes stikstofknolletjes in de grond kunnen brengen. Maar omdat ik ruimte te kort kwam heb ik toch ook maar piepers gepoot en kool geplant.

Deze soort, zelf gezaaide rode kool maakt eerst grote bladen voordat het een kooltje maakt.
De mieren leken de aardappelplanten over te hebben genomen. Ze waren inmiddels al druk bezig om de stengels te ruïneren. Omdat de planten er slecht aan toe waren, dacht ik de aardappelen maar vroeg te moeten oogsten. Maar achteraf bleken de aardappelen niets te mankeren. In tegendeel zelfs. Het gebeurt hier vaak, dat wanneer we een nieuw bed aanleggen, dat de mieren het komen verkennen. Ze komen in colones. Veel kunnen we er niet tegen doen. We kunnen er slechts voor zorgen, dat de planten in goede conditie blijven. Dan is er ook voor de mieren niet veel meer halen.



Omdat ik zo verbaasd was, ben ik vergeten om de oogst te wegen. In elk geval weet ik dat ik een emmer met hand-grote aardappelen heb geoogst van 3 planten. De drie rode kolen waren niet enorm, maar ook niet klein. Één kool (gestoofd) voor zeker 4 personen, vind ik goed. We kochten de koolplanten niet op de markt, maar zaaiden ze zelf. En het werden boven verwachting mooie compacte kolen. (In ons bericht 'Zaden en soorten' schreven we over het verschil in de oogst van zaad uit een zakje en die van planten van de plaatselijke markt.)


De oogst aan sperzieboontjes verbaasde me nog het meest. In een eerste pluk oogsten we zeker één tot twee maaltjes van één enkele plant. Hierboven een foto van een enkele struik. En uiteraard laat je dan de kleintjes hangen, waardoor je later nog eens een maaltje kan oogsten. (Denk je eens in; tenminste twee tot drie maaltijden van slechts één boon.)

Misschien kan ik de oogst een volgende keer wegen. We houden het in gedachten, mocht het zich een volgende keer herhalen. Want misschien was het wel beginners geluk :)



Rode en groene kolen, twee tot drie in een tonnetje. De rode deden er lang over om groot te worden. Ze vonden het niet leuk in een ton... te weinig 'beenruimte' :)
De groene vonden het er echter prima. Zo zie je maar dat ook kolen zo hun voorkeur hebben.
Groene kolen in ons derde verhoogde groentebed. Ook al zo'n geweldige oogst.
... en sperziebonen met aardappelen... gaan goed samen in een enkel bed.
We gingen er stellig van uit, dat het wel een paar teelten zou duren voordat de grond en de compost aan elkaar gewend zouden zijn geraakt, om een beetje behoorlijke oogst tot stand te kunnen brengen. Dit was immers het geval met ons eerste verhoogde groentebed. Maar nu verliep alles boven verwachting geweldig. En hoe het komt? Tja, het is er, en daarom kan ik er niet omheen. Maar hoe... Zou het door het zeven komen, waardoor er veel lucht in de grond komt. Of zou het gewoon zijn, omdat we de vele stenen in de grond kwijt zijn, waardoor er simpelweg meer grond in de grond zit...? Ik verzin maar wat. Deze teelten moeten we echt nog een paar keer over doen, om erachter te komen... ten 1e. of het zich herhaald en ten 2e. om te kunnen achterhalen wat er dan precies gebeurt.

Het punt is ook, dat we niet zo heel veel compost door de grond hebben gemengd. Achteraf vonden we zelfs, dat we wat zuinig waren geweest. Juist omdat we inmiddels waren gewend aan het gebruik van overvloedig veel compost. Tja, wat je hebt laat je breed hangen :)
Maar nu hadden we het op de Dr. Elaine Ingham manier gedaan. Ook hebben we zeker geen mest toegevoegd. Laat staan kunstmest, uiteraard. We wilden gewoon zien wat het zou worden.

Dr. Ingham zegt dat grond mineraal is, dat grond in zich bemesting is, omdat het alle mineralen bevat die een plant nodig heeft. Om die voedingsstoffen voor de plant beschikbaar te maken hebben we actieve organische stof nodig, in de vorm van goede compost.
Het is zo verbijsterend simpel. Het zou zomaar niet waar kunnen zijn. Maar tot op heden moeten we haar weer gelijk geven. Er zit niks anders op. Ik denk dat ik hier nog best een tijdje over na moet denken. Dus als ik in een volgend bericht hierover weer begin te zaniken, dan weet men waar het van komt :)

Een tuin in de Alentejo.

In november 2011 begon ik met het hakken en vormgeven van een tuin in de valei ten noorden van ons huis. Zie ons bericht 'Een tuin in de Alentejo'. Op dat moment hadden we slechts weinig compost. Hendrik was gewoon nog niet zo ver.
De verhalen over de vruchtbaarheid van de grond, van de huiseigenaar, en mijn enthousiasme brachten me zo ver, dat ik de halve valei onder handen heb gehad. Het zag er aanvankelijk mooi uit. Maar op de kale grond daalde eerst de hitte en de droogte neer, en later werd alles overwoekerd met 'onkruid', bloemen en gras; en dit binnen slechts enkele weken.

Mijn conclusie was, dat deze grond niet goed was; helemaal niet zo vruchtbaar als was verteld. Het misverstand was wellicht ontstaan, omdat de vorige bewoners kunstmest gebruikten voor hun aardappelen. En dit echter, kwam niet in ons vocabulaire voor.
Maar de conclusie op zich, dat de grond niet goed zou zijn bracht ons er toe om onze groentes in potten te telen, in de weinige compost, die we toen hadden.

Wisten we niet beter? Ja, we wisten niet beter. En ik schaam me daar niet voor, omdat niemand beter wist. En nog niet weet. Want zet je focus op bemesting maar eens om naar een simpele 'actieve organische stof'. Elk artikel, elk boek over landbouw gaat over de bemestingsbehoefte van de bodem. Compost wordt vaak gezien als een bemestingsmiddel. Zelfs in de Nederlandse wetgeving neemt compost de plaats in van meststof.
Compost is geen meststof. Wat het alleen doet is het bodemleven aanzetten tot de omzetting van de aanwezige mineralen. In schijn lijkt het te werken als een meststof. Maar in feite 'vertaalt' het de meststoffen uit de grond naar opneembare voeding voor planten. Juist die mineralen, ofwel meststoffen, die aanvankelijk in de grond waren vastgelegd, waarmee ze in een laboratorium niet worden gemeten.

Dit gaat nog weer eens jaren duren voordat we onze inzichten hebben aangepast aan de werkelijkheid van de microbiologie van de bodem.

De foto's van vandaag:


Mooie stevige planten Kouseband Stokbonen in het tweede groentebed in de tuin.
Ook in gezeefde grond, gemengd met wat compost.

Ons eerste aangelegde verhoogde groentebed, naast ons huis, overdekt met schaduwdoek.
Met Couve (kool) Lisa, tomatenplanten, aubergine en broccoli in potten... en...:
... Kouseband Stokslabonen in 30 cm. diepe plantenbakken. (Op het zelfde moment gezaaid als de Kouseband in de tuin op de foto hierboven.) Deze planten staan er wat 'slungeliger' bij, omdat ze uiteraard wat beschermder opgroeien... Maar ze zijn ook licht groen tot geel van kleur. Wat zou kunnen duiden op voedselgebrek. En dat is eigenaardig, omdat ze in 75 % compost staan, gemengd met 25% grond. Als Elaine Ingham gelijk zou hebben, dan  zou deze potgrond te weinig opneembare mineralen bevatten, simpelweg omdat de potgrond te weinig grond bevat. 

We blijven dit volgen... 

*

Stella.

Geen opmerkingen: