De overeenkomst zit in het materiaal. Bij vlakte compostering van Ruud Stout, gaat het om de bedekking van de grond en het niet spitten, een voorloper van Permacultura, bij compostering gaat het om het tijdsbestek waarmee je tijd wint in de afbraak van de organischestof. Alle drie methoden vinden plaats op een natuurlijke manier, alleen de tijd waarop het organisch materiaal wordt afgebroken, verschild behoorlijk. Bij de Permacultura gaat het om een landschappelijk soort van architectuur, waarin de natuur het uitgangspunt is, bij Stout gaat het specifiek om tuinbouw, en compostering doe je om tijd te winnen. Deze tijdwinst vindt ik persoonlijk zeer belangrijk van het composteren. Immers door tijdwinst kun je meer van een stukje land opbrengst genereren, dan op een meer natuurlijke manier, zoals Permacultura of de Stouth methode. De tijdwinst zit in het nat maken van het organische materiaal, en het toedienen van bacterie stammen, de broei tot 60 graden, als gevolg, (dit vindt niet plaats bij de Permacultura en de Stout methode) en het ontbinden van het organisch materiaal, als gevolg daarvan. Het organisch materiaal wordt afgebroken door bacterie soorten, tot koolstof, dat direct opneembaar is voor bodem bacteriën, die het gebruiken als energie voor hun spijsvertering, om mineralen af te breken, die na hun dood, weer beschikbaar komen voor de plant. Dit in tegenstelling tot de Permacultura en de Stouth methode, waarbij het organisch materiaal wordt gebruikt als strooisel, en zij het over laten aan de bacterie werking van de grond, de regen, en de bacterie soorten die boven in de grond zich bevinden, en de wormen die zich weer voeden mét die bacterie soorten. Hier kan dus geen broei plaats vinden, omdat de omstandigheden dat niet toe laten. Het is dus wel natuurlijk, maar het mist de afbraak van het organisch materiaal, door de broei. De tijdwinst die wordt behaald met compostering, vertaald zich in een hogere opbrengst van een gewas, doordat er voor natuurlijke afbraak meer tijd nodig is, en planten meer oppervlakte nodig hebben per m2, om aan hun voedsel te komen, dan bij toediening van kant en klare voeding aan bacterie soorten, die het tot zich kunnen nemen, en daardoor hun omzetsnelheid van leven sneller kunnen doormaken, voor de plant. Wat weer ten goede komt van de mens, de ontwerper van de tuin. Composteren is te vergelijken met kaas maken. Maar voedsel kweken is géén natuur maar cultuur. Vanuit het selecteren, dus de grootste, de de beste, de lekkerste, is steeds geselecteerd, en zijn zaden gewonnen. En zó zijn onze culturele gewassen ontstaan. En dát heeft weer niets met de natuur te maken. In de natuur overleven alleen die gewassen die zich het best weten aan te passen, óók slechte omstandigheden.
Hendrik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten