Toen ik vanmorgen mijn, nu weer dagelijkse wandeling deed, en neerzat in de bijeengeraapte stoel, te midden van het hooi. Besefte ik hoe rijk ik nu ben, om dat nog te kunnen doen. Het hooi, dat nog wanhopig probeert het zaad, wat nog in de doppen zit te verspreiden, om het leven door te geven, is al bijna op z'n eind, terwijl ik hier zit dat gade te slaan. De halmen, soms plat geslagen door de regen van afgelopen dagen, zijn nu overgeleverd aan de afbraak, die ook hun dwingt om terug te keren naar de aarde, waar ze uit zijn ontstaan. De eeuwig durende beweging, van het leven. Ik zag weer voor me een verhaal, heel lang geleden, dat een jongetje speelde tussen het graan, met een klein stukje speelgoed, ook hersteld door meerdere reparaties, net als mijn stoel, een spanend verhaal naspeelde, waarin heel opwindende dingen gebeurden. Zomaar tussen de halmen, en omringende dingen, maar die wel nodig waren om het verhaal spannend te maken. Het kinderlijke, wat nog in de pure vorm naar hem toe stroomde, ongestoord en volledig hem nog in bezit had. Waar heeft de volwassenheid ons en mij gebracht? Nu ik hier zit en het resonerend verhaal weer voor me zie, ervaar ik dat ik niet verder ben opgeschoven, dán het verhaal. De halmen van het hooi, brachten het verhaal weer in de herinnering, óók als een resonantie. Een trilling vanuit mijn jeugd, die op het juiste moment, de herinnering weer deed opbloeien, om te ervaren dat ook dié herinnering weer door te geven met dit schrijven. Het gelukkige moment van mijn jeugd, verpakt in het hooi, wat aan het verdwijnen is. Zou in de jeugd het echte leven plaatsvinden, en wat er daarna komt een parafrase is, dat zich afspeelt om weer terug te komen in die jeugd?
Hendrik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten