.

.

maandag 17 maart 2014

Onze aarde, onze bouwvoor, ons bestaan.

Aarde.

?... De bouwvoor, de aarde waarin wij ons voedsel telen, is gelijk aan modder, is gelijk aan vuile handen, is gelijk aan smerig, is gelijk aan ongezond, is gelijk aan problemen... die we oplossen met pesticiden... is gelijk aan profijt.
Als de aarde problemen oplevert, is het voedsel dat we in de aarde verbouwen gelijk aan twijfels, het roept wantrouwen op, is gelijk aan problemen, die we oplossen met medicamenten... is gelijk aan profijt.

Hoe komen we aan het idee, dat onze bouwvoor, dat aarde, gelijk is aan vuile handen en smerige modder? Wie heeft ons zo laten denken? Hebben we niet allemaal zo leren denken, toen we in vroegere jaren leerden om te denken in termen van properheid en hygiëne. Stond properheid niet altijd in het teken van een schone stoep, een schone was, een schoon lichaam... met zeep. We hebben het ons ingezeept. Tot het schuim ons op de lippen stond: Hygiëne kan dan onmogelijk aarde, ofwel modder zijn... Hoe zwarter de aarde, hoe smeriger de modder en hoe meer we het moeten mijden?

Zo vermijden we elk gebruik van aarde, door de meest prachtige technieken te ontwerpen, om daarmee ons voedsel te verbouwen, in alles behalve aarde. En voorkomt dit het gebruik van pesticiden? Nou... nee. Dat nou ook weer niet. En levert het een beter voedsel op? Nou... nee. Maar dat geeft immers niet, want we hebben inmiddels al zoveel supplementen en medicamenten ontwikkeld, dat we ze nauwelijks nog op kunnen. De pillen in een potje en het gemanipuleerde voedsel op ons bord, moeten ons doen geloven, dat ze gezond voor ons zijn.

Bacteriën.

Maar wacht... we hebben het nog niet gehad over die enge bacteriën die in die smerige modder leven... Nog erger!

Als we aan bacteriën denken, denken we aan ziekte. Zeker weten. Problemen in ziekenhuizen met niet te bevechten resistente bacteriën op de intensive care. Gevaarlijke bacteriën in vlees en groentespruiten. En alweer zijn wij het, die er een zooitje van maken.

Onze omgang met bacteriën staat vooral in het teken van bestrijding. Want properheid gaat voor inhoudelijke kennis. Je hoeft niet precies te weten wat je doet, als je maar 'ontsmet' met zeep... Inmiddels is zeep al lang vervangen door vele veel agressievere middelen. Maar dat ervaren we slechts als positief. Des te effectiever schoon schoon is, des te beter. Intussen weten we niet wat we aanrichten. En intussen zijn bacteriën overal. Ze doen goed of slecht... ze doen gewoon wat ze doen.

Kan een bacterie twijfelen? Kan een bacterie bedenkingen hebben en wachten? Als een bacterie kan eten, dan eet het. Als een bacterie niet eet gaat het dood. Zo simpel is het.
Wij zijn het, die kunnen twijfelen. Wij zijn het, die kunnen wachten. Wij zijn het, die kunnen weten wat we doen, als we dat willen. Met de beste bedoelingen hebben we penicilline ontwikkeld... bijvoorbeeld. Uiteraard om goed te doen. Maar met het zelfde zijn we op een dood spoor beland, omdat er ergens op de weg naar antibiotica iets fout is gegaan... bijvoorbeeld.

Een smaakvol leven.

Aarde bestaat uit geërodeerde steen en vergaan plantmateriaal. Dit omvat alles. Het omvat alle mineralen en microben (ofwel bacteriën ). De steen zorgt voor het volume, voor de aard en het karakter van de bodem. Het plantmateriaal zorgt voor de humus en de essentiële oliën. De essentiële oliën zorgen opnieuw voor de smaak van alle planten, die in de bodem groeien.


De planten die groeien kunnen we eten. We proeven ze,  proeven de smaak. Vinden het lekker of niet. Voelen, ervaren wat het met ons doet. Beslissen of dat goed is of niet. Zo begon het voor ons en zo zal het altijd blijven. Tenzij we dit natuurlijke proces verstoren ... om welke reden dan ook. En we verstoren het, om welke reden dan ook.

Als je iets verstoort moet je het compenseren. En dat is wat we de hele tijd doen. We proberen dát te compenseren wat werd verstoord, of wat we hebben zien verstoren. Wij lossen het op met de middelen, die we bedenken, met onze kunstmatige middelen. En we denken dat het een vinding is, geweldig is. Misschien omdat het mooi lijkt. Maar het is niet geweldig vanwege de aard van de dingen die we maken, maar veel meer, om al die andere dingen die zich daaromheen manifesteren...  met rijkdom, met prestige... vanwege wat we denken dat een smaakvol leven oplevert.
Zit dit in onze natuur? Of is het door cultuur ingegeven?

En zo zijn we verder gegaan, op de weg van het maken van dingen. We hebben voedsel tot een ding gemaakt, tot een ding dat gemaakt kan worden, een ding waar de maker van denkt te kunnen profiteren. Het gaat niet meer om het voedsel, dat we eten. We kunnen het eten uiteraard, want je kunt het bereiden en kauwen. En daar houdt het op. Wat er op volgt en wat het met ons doet blijft verdekt, weg gestopt. Is niet belangrijk gemaakt. Tot het moment, dat je zelf in de gaten krijgt dat je ziek bent geworden. Je vraagt je af waarom... ten minste... je kán je afvragen waarom...


Hendrik: "Grond ontstaat uit de verwering van rotsen. Eerst door wind, koude, hitte en vocht. Wanneer de eerste bacteriën beginnen te werken, breken ze letterlijk de mineralen uit de rots. Van daaruit beginnen de eerste planten te groeien op de vrijgemaakte mineralen en het dode bacteriemateriaal. Ze groeien in die kleine schilfers en plaatjes rots. Dit noemen we grond, maar in feite is het tot stof vergaan steen.

Naast de cyclus van N.P.K. meststoffen in de grond, is er de cyclus van smaken, die samen met de koolstofcyclus de grond tot bouwvoor maakt. Wanneer planten sterven geven ze terug aan de grond wat ze hebben genomen. Samen met de opgeslagen zonne-energie, in hun stengels, bladeren, wortels en zaden. Planten bevatten vocht, zowel in de stengel, het blad, evenals in de cellen. De plant heeft een waslaag om zich te beschermen tegen alles wat het kan belagen. De vloeistoffen en de was bevatten essentiële oliën. Deze olie keert, samen met de plant, terug in de bodem wanneer het sterft. De nieuwe plant, die daaruit groeit, neemt de essentiële oliën, de smaken, uit de bodem in zich op. De bodem is de omgeving waaraan de nieuwe plant zijn aroma's ontleent. Het groeit als het ware in zijn eigen milieu. Jaar na jaar. Cyclus na cyclus.

Uiteindelijk heeft de omgeving van de plant zijn eigen kenmerkende smaak. Door de teeltcombinatie van gewassen en door vruchtopeenvolging kan men de smaken in de bodem uitwisselen of veranderen. Een gezonde grond is dus ook een smakelijke grond en een smakelijke vrucht of groente kan alleen gedijen in een grond die smaakstoffen aanbiedt."

Compost bevat dus de smaakstoffen, die al in de planten aanwezig waren, voordat ze gecomposteerd werden. Zo kan men spreken van de kringloop van smaakstoffen. Als men planten teelt in een kunstmatig groeimedium, dan doorbreekt men die kringloop en krijgt de plant niet de kans om zijn 'smaak wapen' in te zetten. Geuren, kleuren en smaken trekken insecten aan en zijn essentieel voor planten om te overleven en zich voort te planten. Wijzelf waarderen de honing die een bij maakt. Maar zelfs de bijenpopulatie krimpt, omdat wij het voor elkaar krijgen om hun leefomgeving te vernietigen.

Het lijkt erop, dat hoe verder mensen verdwijnen in de stad, des te meer hun relatie met het land verdwijnt. Dit creëert vervreemding en genereert van de grond losgezongen uitvindingen. Uitvindingen met altijd een missing link, om te worden aangevuld met kunstmatige oplossingen. Als de natuur er ooit bij wordt betrokken, dan is het altijd met iets dat uit een fabriek komt. De natuur is meer dan de spullen die je bij het tuincentrum kan kopen.


Wat opvalt is, dat mensen zichzelf met geuren en kleuren willen tooien, om planten na te bootsen in hun voortplantingsdrift? En planten worden geacht om smaak, kleur- en geurstoffen te laten ontstaan uit monoculturen, in een steriel medium... om de mens na te bootsen in zijn kuddegedrag?


*

Stella.



Geen opmerkingen: