Compostboerdrij een feit.
Op het land van Joost van Strien staat de spelt bijna kniehoog. Groene sliertjes van jonge uien piepen in strakke rijen boven de grond uit. De aardappelen zijn net gepoot, wijst Van Strien. ‘Binnenkort kan ook de rode biet de grond in.’ Business as usual, zo lijkt het, voor een akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder.
Maar dat lijkt maar zo. Want de groenten op dit veld zijn bijzonder: ze zijn namelijk honderd procent plantaardig geteeld. Van Strien is de eerste gecertificeerde veganistische boer van Nederland. Dat klinkt gek, geeft hij toe in de kantine van zijn 93 hectare grote boerderij Zonnegoed in Ens, vlak bij Emmeloord. Want groenten zijn toch van zichzelf plantaardig?
Dat klopt, zegt Van Strien. Maar om hun land te voeden gebruiken boeren wel dierlijke mest. Zo is ook de teelt van groenten onlosmakelijk verbonden met dierlijke productie. Veel mensen, vegetariërs en veganisten incluis, beseffen dat volgens hem niet. ‘Als ik dat uitleg, reageren ze verrast.’
Honderd procent plantaardig
Zonnegoed is sinds kort honderd procent plantaardig. ‘No shit!’ staat er op een flip-over in de kantine. Dat moeten we letterlijk nemen, zegt Van Strien. Bij zijn bedrijf komt geen kilo dierlijke mest meer binnen. ‘Onlangs kwam er een controleur langs, die ook mijn mestboekhouding wilde zien. Die was leeg.’
Het begon jaren geleden met een studieclub van biologische boeren, vertelt Van Strien. Bioboeren mogen geen kunstmest gebruiken en zijn dus aangewezen op dierlijke mest. Omdat er niet genoeg biologische mest is, moeten ze ook gangbare mest aanvoeren. Dat wringt.
Van Strien lag ervan wakker. Helemaal toen hij ontdekte dat ook biologische mest resten van bestrijdingsmiddelen bevat omdat biologische boeren gangbaar stro gebruiken. ‘Ik doe er alles aan om mijn grond gezond te maken. Hiermee was ik het aan het vergiftigen.’
Het heeft iets tegenstrijdigs, zegt Van Strien. ‘Op mijn land verbouwde ik groenvoer voor koeien. Dat kwam via de koe als mest terug op mijn land. Een omweg, waarbij veel voedingsstoffen verloren gaan.’ Zou het niet mogelijk zijn, dacht hij, om een systeem te bedenken dat die stap overslaat?
Proefboerderij Planty Organic
Dat het kan, is bewezen. Op de proefboerderij Planty Organic in het Friese Kollumerwaard wordt sinds 2012 geëxperimenteerd met akkerbouw die alleen gebruiktmaakt van plantaardige meststoffen. ‘Onze vraag was: hoever kun je daarmee komen?’, vertelt projectleider Geert-Jan van der Burgt.
Heel ver, zo blijkt. De opbrengst van het veganistisch geteelde land was veel lager dan van een gangbaar bedrijf, maar vergelijkbaar met die van een biologische boerderij die wel dierlijke mest gebruikt. Daar staan andere opbrengsten tegenover: de biodiversiteit op de plantaardig bewerkte grond is hoog en het verlies van stikstof, een groot probleem in de landbouw, is minimaal.
Er zit één maar aan, zegt Van der Burgt: veganistische boeren moeten ongeveer eenvijfde van hun land reserveren om groene meststof aan te planten. Die grond wordt dus niet direct productief ingezet. Van de andere kant: ‘Koeien hebben ook land nodig.’
''Commentaar: Dit is het 4 slagstelsel in één jaar tijd. De organische stof die onttrokken wordt aan de grond, bij de groei van de planten, keert terug naar de bodem, in de zelfde hoeveelheid die er aan wordt onttrokken, alleen het CO2 wat uit de lucht wordt gehaald, geeft er meerwaarde aan. De stikstof die door de planten wordt vastgelegd, verdringt de mineralen in de nieuwe planten. Waardoor het gewas er goed uitziet, maar met minder, de zo broodnodige mineralen.''
Onderzoeker Anton Nichten:
"De uitdaging is om de randvoorwaarden te creëren waaronder zowel leguminosen als niet-leguminosen weer optimaal in staat gesteld worden om luchtstikstof te binden. Daarmee valt een wereld te winnen.
(...)
Het onderzoek van Schanderl, Stoklasa en vele anderen van nog geen 70 tot 125 jaar terug laat zien dat het niet om oude plantensoorten gaat, en dat moderne plantensoorten hun vermogen om luchtstikstof te binden waarschijnlijk helemaal niet zijn kwijtgeraakt, maar hooguit geïnactiveerd hebben, omdat ze voortdurend enorme hoeveelheden anorganische stikstof krijgen toegediend. Bovendien zijn daardoor hun microbiële symbionten werkloos geraakt."
In de gladgestreken Noordoostpolder laat Van Strien zien hoe het werkt. Hij heeft op zijn land stroken ingezaaid met ‘maaimeststoffen’ zoals wilde peen, rietzwenkgras, weegbree, maar ook klaver en luzerne, planten die stikstof uit de lucht vastleggen in hun wortels.
Veldleeuwerik
Nu mag de veldleeuwerik, die hoog in de lucht zijn trillers zingt, er nog in nestelen. Als straks de vogels zijn uitgevlogen, wordt het gewas gemaaid, gehakseld en in de grond gewerkt waarna er bieten of andere groenten op worden geplant. Wat over is, wordt ingekuild voor volgend jaar. Bijkomend voordeel: plantenmest stinkt niet. ‘Het ruikt juist lekker.’
Veganistische boeren als Van Strien zijn een jonge beweging. In Duitsland, Griekenland, Roemenië, Oostenrijk, Frankrijk en Cyprus zijn een paar bedrijven die het Biocyclic Vegan keurmerk voeren. Zonnegoed is de enige in Nederland.
Van Strien produceert dit jaar zijn eerste Vegan Vegetables met keurmerk. Die gaan naar Duitsland, waar er al vraag naar is. ‘Volgend jaar komen we misschien ook in Nederland op de markt. Inkopers hier snappen het nog niet.’
Het belang ervan gaat verder dan een niche-product voor hardcore veganisten, benadrukt Van Strien, zelf overigens geen veganist. ‘Maar ik ga wel steeds meer die kant op.’ Nu wordt 80 procent van de landbouwgrond in de wereld gebruikt voor dierlijke productie, vooral voor weidegrond. Terwijl die minder dan 20 procent van de calorieën levert. ‘Als we in de toekomst tien miljard mensen willen voeden, ontkomen we er niet aan meer plantaardig te produceren.’
Die gedachte onderschrijft Martin van Ittersum, hoogleraar plantaardige productiesystemen van Wageningen Universiteit & Research (WUR). Hij vindt de experimenten met plantaardige landbouw daarom interessant. ‘Niet dat ik denk dat het een model kan zijn voor de hele landbouw, want je levert met dit systeem wel productie in. Maar we kunnen ervan leren.’
Stikstof
Maaimeststoffen brengen stikstof in de bodem, een belangrijke groeistof voor planten. Wat ze niet leveren is fosfaat, een andere cruciale meststof. Om de kringloop te sluiten zou je eigenlijk de mens als ontbrekende schakel moeten terugbrengen in het systeem door gezuiverd rioolslib terug op het land te brengen, zegt Van Ittersum. ‘Maar zover zijn we nog niet.’
Dat zijn zorgen voor de toekomst, zegt Van Joost van Strien op het erf van zijn boerderij. Voorlopig zit in de Nederlandse bodem door jarenlange overbemesting fosfaat genoeg. ‘Daar kunnen we nog jaren mee vooruit.’ Hij hoopt met zijn voorbeeld iets op gang te brengen. ‘Het zou mooi zijn als er een No Shit!-beweging ontstaat.’
''Commentaar: Op de site wordt nog gesproken over het aanvoeren van compost, van een natuurterein,en het spreiden hiervan over het zaad van nieuwe planten. Dit is van buiten het bedrijf, en aanvoer dus van buiten. Dat moet ook meegeteld worden bij de oppervlakte ván het bedrijf.
En het is mijn mening dat hierdoor het organische stof gehalte van het bedrijf, hierdoor verhoogt wordt. Van Strien werkt op klei, en dát is in feite steenstof, van verre aangevoerd door de zee, of rivier''.........en er wordt ook ook nog een voedselbos aangelegd, in plaats van een boomgaard. Super gaaf!!!!!!!!!!!
Foodblog,
Hendrik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten