.

.

zaterdag 18 april 2020

Coronavirus, overall.

Coronavirus, overall.

Ook ik, hier in Portugal, heb te maken met het Coronavirus. Mijn dagelijkse doen speeld zich af op het terein, waar ik woon. En in het dorp kom ik maar één keer per week, om de broodnodige boodschappen te doen. De groente groeit, in deze regenachtige tijd, als kool. En de rivier, waar ik elke dag twee keer langsloop, vult het stuwmeer, met ongekende hoeveelheden water. Toch realiseer ik me, dat deze nieuwe werkelijkheid wel eens lang kan duren. De 'anderhalve meter' economie wordt het al genoemd, en ik vraag mij af wat het met ons doet. Handen schudden, mag niet meer. Net zo min als omhelzen. Wuiven naar elkaar en een elleboog kus, omdat het niet anders kan, mag nog net. Een mop vertellen, waar de Nederlander goed in is, gaat verloren door de extreme afstand. Hoelang moet het gaan, tot we weer bij elkaar mogen staan. Ik weet het niet. En nog kan de besmetting elk moment toeslaan, want ook de signalen, die het aangeven dat je besmet bent, zijn niet duidelijk. Je denkt, nú heb ik het niet, en dan plots, heb je het wel. En dan de conditie, die telt mee, en de leeftijd. Ik heb de leeftijd ervoor, bijna tachtig. Tachtig is prachtig, zeiden we vroeger, als je op een binnenweg reed, maar nu begint het te kriebelen, als ik er aan denk. En gaan we het volhouden, die 'anderhalve meter' economie, of kruipen we straks weer bij elkaar, als de regels versoepeld worden? En begint het circus dan weer opnieuw. Feit is wel dat we het allemaal gaan krijgen, die corona. Maar dan niet allemaal meer tegelijk, zoals nu. Maar het virus heeft zich ingebouwd in ons bestaan, daar ontkomen we niet aan. En een antivirus injectie duurt nog lang. Hoe antisipeer je dan?
Ik denk dat we moeten leren leven met zo min mogelijk te reizen. Dat we ons moeten bezinnen op het verbouwen van ons eigen voedsel. Dat steden ontmanteld moeten worden, omdat ze onveilig zijn. Het platteland zal weer bevolkt gaan worden. Het ambacht zal weer in de belangstelling stijgen, en de economie zal weer gericht worden op zelfontplooiing, waarbij de medemens niet langer gezien zal worden als uitbuitings objekt, maar dat wat hij of zij is, de medemens.
Maar hoe kom je de tijd door, als je afgezonderd in je huis woont, niemand langs mag komen, en de verveling toeslaat. Gaan we dan met iedereen bellen? Roddelen over de buren, kennisen, verwanten en vrienden. Gaan we eindelijk lezen, T.V. kijken, of gaan we denken hoe het verder kan? Want er zit ook een goede kant aan het verhaal. Voordat de industriële revolutie een feit was, was een samenleving best gewend om zich in zijn eenzaamheid te gedragen. Men wist niet beter. We hebben het in onze genen zitten, als het ware. Kijk er het stuk ; Hoe groen was Marx, er maar op na. Het gaat dus wel degelijk om afstand te houden, niet meer te pas en te onpas mensen aanraken, omdat het nu eenmaal zo hoort, of omdat het mode is. Ook de mode op zich, legd een ongehoord beslag op materialen en mogelijkheden. De overbodigheid van het gebruik van allerlei dingen als voedsel, verpakking, vervoer en diensten, zullen moeten worden teruggebracht tot het noodzakelijke. En het coronavirus, en de 'anderhalve meter' economie, gaat dat regelen. Het is het één of het andere. En na dit virus, komt er weer een volgende, omdat we té veel reizen en té veel op elkaar hangen. We zijn als wereld té veel met elkaar vervlochten geraakt, en daar moeten we nu de prijs voor betalen.
Het vele is niet goed, maar het goede is veel. Als we dit op ons dagelijkse handelen betrekken, gaan we het maken.
Ik kan me nu eindeloos bezig houden met lezen, kijken in mijn omgeving, praten met mijn kat, stukjes schrijven en luisteren naar mijn innerlijk. Wat zeggen mijn gedachten, en wat zeggen die gedachten over een ander, die er nu niet is? Tegen wie kan ik nog praten, want je existeert in de ogen van een ander, maar ik ben er nog wel. Ik zie het aan de letters die ik typ. Kom ik bij die ander terecht? Kom ik over, en waar mee kom ik over? En hoe, kom ik over? Het zijn de vragen die we met elkaar gemeen hebben in deze tijd.
Wat heeft dit nog met composteren te maken? Zijdelings natuurlijk wel. Als ik mijn wandeling maak, vooral in de morgen, meet ik de temperatuur van de hooi-composthoop. Die is nu 25 graden, de buitentemperatuur is dan nog 15 graden, dus de bacteriën in de hoop zijn nog bezig. Als de temperatuur in de hoop gelijk is aan de buitentemperatuur, kan ik de hoop verplaatsen, van beneden naar boven. Daar waar de tuin is. Ook de tuin houd mijn aandacht, evenals het onkruid, de vlinders en rupsen.
Ook tijdens mijn wandeling kom ik diverse dingen tegen, vooral als ik langs de rivier loop. De jonge vissen, die hun best doen om groot te worden door te eten. De schildpadden die liggen te zonnen op een steen. En als ik dan langs kom, en wat lawaai maak, duiken ze in het water. De Flore de Steffe, die met grote, witte bloemen staat te stralen in het glimmend groen. Het haal gebied, waar ik straks als de zomer er is, ga maaien, staat nu vol met bloemen. En dan vooral de Poppies, die orange staan te gloeien tussen de halmen. Het is een feest om naar te kijken, elke keer opnieuw.
Wat maakt het leven hier nu aangenaam, in deze tijd? Ik denk van mezelf dat ik de beschikking over zoveel ruimte, het meest prettig vind. Dat ik dat niet hoef te delen met anderen. Het klinkt misschien egoistic, maar ik zou het net zo goed kunnen delen met een naaste. Het gaat meer om het delen met anderen op afstand. Het in de natuur zijn, en alleen met jezelf te maken te hebben, ook jezelf kunnen redden, en hulp kunnen bieden aan anderen, als het nodig is, is daar een belangrijk onderdeel van.
De natuur komt naar je toe, als je stil bent, als er geen geluid is, als je geen lawaai maakt. Het valt mij op dat de vogels, als ik al héél dichtbij ben, mij pas opmerken. Dán pas vliegen ze weg.
Als u nu zou vragen, wil je altijd zo wonen? Zou ik ja zeggen, maar ik zou wel een ander om me heen willen hebben. Maar dat kan nu niet, en zo ben ik met al die anderen samen, net zo alleen als al die anderen, die ook alleen zijn, samen.

Hendrik:).

Geen opmerkingen: