.

.

dinsdag 22 juni 2021

De snelheden van stikstofaccumulatie liggen een orde van grootte lager

 1. De natuur stapelt stikstof

Als ecosystemen zich ontwikkelen, van kale grond of rots, via enkele pionier-planten, naar grasland, struiken, en uiteindelijk bos, neemt de begroeiing toe. Door die plantengroei legt het ecosysteem koolstof en stikstof vast – eerst in plantenmateriaal, en daarna in de bodem, via dode plantenwortels en bovengrondse plantendelen. Stabiele organische stof in de bodem wordt gevormd doordat micro-organismen plantenmateriaal verwerken, waarna de overblijfselen hiervan aan bodemdeeltjes binden. Een oud ecosysteem heeft dus meestal veel meer bodemorganische stof dan een jong ecosysteem. Als deze ontwikkeling op kale grond heeft plaatsgevonden, noemen we dit proces primaire successie. Vindt het plaats op grond die al begroeid is geweest, bijvoorbeeld uit productie genomen landbouwgrond, dan noemen we dit proces secundaire successie.
Foodlog.
Dit is in het kort hoe de discussie over grond en met name over stikstof gevoerd wordt. Ware het niet dat plantengroei in het algemeen, zowel stikstof als wel koolstof vastlegt, plus mineralen in hun plant zijn. Ze kunnen niet anders. Ze groeien omdát deze stoffen aanwezig zijn, anders gezegd, bij gebrek groeien ze gewoon niet. Maar dát zegt niets, of juist alles, over de mens die hierin ook een belangrijke rol speelt, n.l. door de uitstoot van stikstof, maar die kan ook niet anders. Want daar waar de mens is, is ook stikstof en meer chemicaliën. Op het moment dat de mens zijn intrede deed in het het natuurlijk gebeuren, was hij geen dier meer, maar bracht hij, door zijn slimheid en inzage in techniek, zijn (on)-natuurlijk afval mee, juist door die slimheid en die techniek. Een eenvoudige lepel, om iets te roeren, is al techniek. Maar het maken van die lepel, wat een verlengstuk van zijn hand is, is arbeid en dat brengt al techniek mee én afval.
Dus techniek deed zijn intrede met het menszijn, en de natuur was daar niet op voorbereid, had daar geen antwoordt op. En deze twee dingen lopen nu op elkaar stuk. De natuur heeft geen antwoordt op de mens, en de mens weet zich geen raad met de veranderingen die nu plaats vinden in de natuur. De grond wordt geanalyseerd en er vindt een toename plaats van stikstof, en daardoor gaan planten sneller groeien, (maar wel een éénzijdige groei, op basis van stikstof, de plant heeft niet de beschikking over meer mineralen, omdat het bodemleven daarop niet is ingesteld), en verdringen de vegetatie die er normaal zou groeien. Dus de natuurlijke habitat kan daarop niet inspelen. Er is dus heel wat aan de hand, meer dan alleen maar een teveel aan stikstof. Want ook stikstof heeft zijn werking in de grond. En dan niet, doordat stikstof alleen maar een teveel is, maar het verstoord ook het bodemleven, die in de vorm van bacterie werking de planten moet voorzien van mineralen en de voeding gebruikt van koolstof, om dit te doen. Er vind dus een duidelijk verdringing's effect plaats door de stikstof, maar de plantengroei die er normaal zou zijn, wordt ook verstoord. Er vind dus een verrijking plaats, (door stikstof) en b.v. de hei, wordt verdrongen door planten die men daar niet wil. De mens is de boosdoener, maar niet omdat hij daar nu meteen direct schuldig aan is, maar omdat hij slim en technisch is, en niet met de natuur om kan gaan, en de natuur heeft niet het vermogen om rekening om te houden met de mens. Wat te doen? Als het goed is lost het zichzelf op, maar hoe, is de vraag?
Hendrik.

Geen opmerkingen: