Wormen en hun voedsel.

 

Een worm op zoek naar vrienden, terwijl zij door haar gangen kruipt, en zo nu en dan een hapje grond snoepte. Ontstond de behoefte een nieuwe gang te maken. Ze behoefde daar alleen maar voor in de haar eigen gang zich in te graven. En dat was niet zo moeilijk. Ze nam een flinke hap uit de wand, en slokte hem naar binnen, (zo doen wormen dat)............... Ze krijgen met iedere hap grond ook hele kleine (diertjes) binnen, en daar groeien ze goed op. Grond is ook smakelijk voor wormen. Ze wonen als het ware in hun eigen voedsel. Ze graven er gangen in, door wat er voor hun mond zich bevindt, in te slikken, te verteren en achter zich te laten. In die grond bevinden zich hele kleine (diertjes), die ook weer eten, zich voortplanten door zich te delen, soms sterven, of worden gegeten door de worm, samen met grond. Hoe meer (diertjes), of bacteriën, er in de grond zitten, hoe lekkerder de worm het vind. 

Soms trekken ze bladeren in hun gangen om ze te laten voor- verteren door diezelfde bacteriën, Ze kunnen ook groente, fruit tuin- afval aan, maar dan moeten diezelfde bacteriën het voorwerk doen, n.l. voorverteren, wat neer komt dat de bacterie een verbinding aangaat (enzymen) met groente, fruit en tuinafval, hij kleeft zich eraan vast, om het zacht en opneembaar voor zich te maken, net zoals wij in onze mond, door te kauwen, het voedsel bewerken met ons speeksel, en slikken het dan door. Dus, net als wij het doen met onze tanden, en speeksel, doet de worm dit met bacteriën. Pas dan kan de worm het door bacteriën bewerkte voedsel inslikken, mét bacterie, zij snoept dan bacteriën in, en gaat met de vertering aan de slag.

De wormengang dient dan als een vóór verteer maag, waarin bacteriën vrij leven in de grond, maar uiteindelijk worden ingeslikt door de worm. Een worm heeft geen tanden, kan dus ook niet op bladeren of groenafval kauwen, ze kan bladeren in haar gang trekken, maar alleen maar om het voor te laten verteren door die zelfde bacteriën. Het is een misverstand om te denken dan wormen afval kunnen verteren. Bacteriën kunnen dat alleen maar, en dáár maakt de worm gebruik van. Zowel in de grond, in haar gangenstelsel, als in een groente, fruit en tuinafval hotel:-). Die bacteriën leven van wat er aan organische stof aanwezig is (Koolstof), en gebruiken de mineralen voor hun opbouw. De worm eet weer bacteriën en komt zo aan zijn mineralen, en poept, wat overbodig is, weer uit. Daarom is wormen mest zo waardevol voor de plant, maar dát is weer een ander verhaal.

Om meer te weten te komen over wormen, ga naar google, en tik in, wormen en hun voedsel.

Hendrik.